Meetopstellingen

Natuurlijk geventileerde stallen

In natuurlijk geventileerde stallen meten we naast de gassen NH₃ en CH₄ ook de CO₂-concentraties. Dit laatste gas dient als ‘tracergas’ om het ventilatiedebiet te kunnen bepalen en op basis daarvan de emissies te berekenen. Hiervoor maken we gebruik van een (internationaal) CO₂-productiemodel, waarbij de CO₂-productie van melkvee afhankelijk is van de diersoort, voereigenschappen, het gewicht en de melkgift.

 

Mechanisch geventileerde stallen

Bij mechanisch geventileerde stallen bepalen we het ventilatiedebiet van de stal op basis van een meetwaaier in de ventilatieschacht(en). Ter controle volgen we deze gemeten ventilatie met CO₂-metingen; een toename in ventilatie moet samengaan met een afname van de CO₂-concentratie.

 

Pottenproeven

De meetopstelling van pottenproeven bestaat uit plexiglas/perspex-potten met dezelfde afmetingen, waarin rundvee- drijfmest wordt gebracht die verschillende behandelingen ondergaat en vergeleken wordt met onbehandelde mest. Als controle wordt daarnaast mest met een toevoeging van zuur bemeten. Er kunnen maximaal 15 potten tegelijkertijd worden gemeten, waarbij concentraties in de ‘headspace’ in beeld wordt gebracht.

Bovenkant